Controleer het IP-adres, DNS-server of MAC-adres van de ScanSnap op het aanraakscherm.
-
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven. Druk op 
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
-
Druk op [Draadloze instellingen] om het scherm [Draadloze instellingen] weer te geven. Druk op
om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
- Controleer de draadloze instellingen.
- Het IP-adres of DNS-server controleren
-
Controleer of de naam van een netwerk dat momenteel verbonden is, wordt weergegeven in [Draadloos toegangspunt/routerinstelling]
Wanneer [Draadloos toegangspunt/routerinstelling] is uitgeschakeld of als een netwerknaam niet wordt weergegeven, raadpleeg dan De ScanSnap en de computer verbinden via een opgegeven draadloos toegangspunt en verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt.
Controleer dat de naam van een netwerk dat momenteel verbonden is, wordt weergegeven in [Verbinding toegangspunt]
Wanneer [Verbinding toegangspunt] is uitgeschakeld of als een netwerknaam niet wordt weergegeven, raadpleeg dan De ScanSnap en de computer verbinden via een opgegeven draadloos toegangspunt en verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt.
- Het MAC-adres controleren
-
Controleer of [Verbindingsinstellingen] is ingesteld op [Verbinding toegangspunt].
Als [Verbindingsinstellingen] is ingesteld op [Wi-Fi uit], druk op [Verbindingsinstellingen] en stel deze in op [Verbinding toegangspunt].
Controleer of [Wi-Fi verbindingsmodus] is ingesteld op [Verbinding toegangspunt] of [Directe verbinding].
Als [Wi-Fi-verbindingsmodus] is ingesteld op [Wifi uit], drukt u op [Wifi-verbindingsmodus] en stelt u deze in op [Verbinding toegangspunt] of [Directe verbinding]
- Druk op [Wi-Fi informatie] om het scherm [ScanSnap-informatie] weer te geven.
- Controleer het IP-adres, DNS-server of MAC-adres in het tabblad [Netwerk].
