Handmatige wifi-configuratie mislukt
Als de handmatige wifi-configuratie op de ScanSnap mislukt, controleert u het volgende:
Is het draadloos toegangspunt ingeschakeld?
Schakel het draadloos toegangspunt in.
Controleer ook dat er geen fouten of storingen zijn op het draadloos toegangspunt.
Voor details over fouten van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Zijn de netwerknaam (SSID), het beveiligingsprotocol (verificatiemethode), de versleutelingsmethode en de veiligheidssleutel juist geconfigureerd?
Stem de netwerknaam (SSID), het beveiligingsprotocol (verificatiemethode), de versleutelingsmethode en de beveiligingssleutel af op de instellingen voor het draadloze toegangspunt.
Als u de netwerknaam (SSID) of beveiligingssleutel niet weet, raadpleegt u de handleidingen van het draadloze toegangspunt of neemt u contact op met de fabrikant.
Als de beveiligingsprotocol voor de netwerknaam (SSID) "WPA3" is, kan de ScanSnap niet worden verbonden. Verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt met behulp van "WPA2" als de beveiligingsprotocol.
Vraag aan de fabrikant van het draadloos toegangspunt of de beveiligingsprotocol "WPA2" is.
Hebt u enige instellingen voor machtiging van communicatie ingesteld op het draadloos toegangspunt?
Als de instellingen op het draadloos toegangspunt zijn geconfigureerd op onderstaande manieren, volg dan de overeenkomstige instructies.
Communicatie tussen draadloze apparaten is uitgeschakeld (bijvoorbeeld omwille van een scheidingsfunctie voor privacy of een poortscheidingsfunctie)
Communicatie tussen draadloze apparaten en het draadloos toegangspunt inschakelen.
Wanneer de SSID verzending, zoals ANY-verbinding is uitgeschakeld
Schakel de SSID verzending in op het draadloos toegangspunt. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
Wanneer de functie protocolfilter is geconfigureerd
Configureer het protocol op het draadloos toegangspunt.
Wanneer de stealth-functie is geconfigureerd
Schakel de stealth-functie uit en configureer daarna de Wifi-instellingen opnieuw door middel van de WPS-functie. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
Wanneer MAC-adresfiltering is geconfigureerd
Stel het MAC-adres voor de ScanSnap in op het draadloos toegangspunt en configureer daarna opnieuw de Wifi-instellingen.
Bovendien kan het ingestelde kanaal worden gebruikt met een ander draadloos toegangspunt.
Wijzig in dit geval de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt.
Voor details over de instellingen van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Wordt de melding "De versleutelingsmethode stemt niet overeen met het toegangspunt." weergegeven?
Selecteer dezelfde versleutelingsmethode als het draadloze toegangspunt.
In de volgende gevallen kunt u geen verbinding maken met een draadloos toegangspunt:
Wanneer het draadloze toegangspunt WEP gebruikt als de versleutelingsmethode
Wanneer het draadloze toegangspunt WEP (Transitional Security Network) als beveiligingsprotocol gebruikt
Andere versleutelingsmethoden en beveiligingsprotocollen gebruiken.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder als IEEE 802.1X-verificatie wordt gebruikt.
Controleer het volgende bij uw netwerkbeheerder:
Of de wifi-instellingen dezelfde zijn als de instellingen op de authenticatieserver
Of de netwerkomgeving voor de verificatieserver normaal is
Of de verificatieserver en het draadloze toegangspunt correct zijn verbonden
Of het certificaat geldig is
Voorbeeld: Of het certificaat niet is ingetrokken of niet is verlopen
Of de CN (CommonName) voor het certificaat binnen 64 bytes ligt als [EAP-TLS] is geselecteerd voor de verificatiemethode.
Bevinden de ScanSnap en het draadloze toegangspunt zich ver van elkaar? En, is er iets dat het signaal kan blokkeren (zoals muren en metalen wanden) of een elektromagnetische bron?
Het signaal tussen het draadloos toegangspunt en de ScanSnap is zwak of er is misschien signaalstoring.
Controleer, op het aanraakscherm van de ScanSnap, de signaalstatus met het pictogram dat boven aan het startscherm wordt weergegeven.
Pictogram |
Signaalstatus |
---|---|
Signaalsterkte: Sterk |
|
Signaalsterkte: Gemiddeld |
|
Signaalsterkte: Zwak |
|
Geen signaal |
|
Zoeken naar een draadloos toegangspunt/Geen draadloos toegangspunt opgegeven |
Controleer de signaalstatus door middel van ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
Als de signaalstatus niet goed is, zet de ScanSnap en het draadloos toegangspunt dan op andere plaatsen.
Zet de ScanSnap dichter bij het draadloos toegangspunt.
Verplaats de ScanSnap en het draadloos toegangspunt uit de buurt van volgende items:
- Obstakels die het signaal kunnen blokkeren (bijvoorbeeld muren en metalen wanden)
- Apparaten die signaalstoring kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld microgolfovens en draadloze telefoons) en draadloze apparaten
Wijzig de richting van de ScanSnap.
-
Zelfs wanneer de signaalstatus goed is, kan de communicatie binnen het bereik van een bepaalde frequentie in bepaalde draadloze kanalen zwak worden, omwille van signaalstoring zoals ruis.
Wanneer u zich op een plaats bevindt waar 5 GHz Wifi beschikbaar is, selecteer dan niet [Automatisch] voor de frequentie om de ScanSnap te verbinden. Selecteer [2,4 GHz] of [5 GHz] afhankelijk van waar u de ScanSnap gebruikt.
Voor details, raadpleeg De frequentie voor het verbinden van de ScanSnap wijzigen.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt indien nodig.
Voor details, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Ook kan de communicatie in bepaalde draadloze kanalen onstabiel worden als gevolg van signaalstoring zoals ruis.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt.