Een deel van de afbeelding lijkt te ontbreken/Scherpe lijnen verschijnen op de afbeelding
Als bij het scannen met de ScanSnap een deel van de afbeelding ontbreekt of als er schuine lijnen op de afbeelding verschijnen, controleert u het volgende:
Hebt u een documentformaat geselecteerd dat kleiner is dan het werkelijke document in [Documentformaat] in de scaninstellingen?
Een deel van de afbeelding ontbreekt wanneer u een documentformaat selecteert dat kleiner is dan het eigenlijke document in [Documentformaat] in de scaninstellingen.
Selecteer hetzelfde formaat als het document in [Documentformaat].
-
Klik op de [Scan]-knop boven aan het hoofdvenster van ScanSnap Home om het scanvenster weer te geven.
Als het hoofdscherm nog niet wordt weergegeven, raadpleeg dan Het hoofdvenster weergeven.
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
Klik op
om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.
-
Klik op de [Optie]-knop voor [Toevoer] om het venster [Toevoeroptie] weer te geven.
Klik op de knop [Optie] voor [ADF] of [handmatige toevoer] in [Instelling toevoermodus] om het venster [Toevoeroptie] weer te geven.
-
Selecteer hetzelfde formaat als het document voor [Documentformaat].
Als u in [Documentformaat] niet hetzelfde formaat kunt vinden als het document, selecteert u [Automatische detectie] of klikt u op de knop [Aanpassen] om een willekeurig formaat op te geven.
-
Klik op de [Scan]-knop boven aan het hoofdvenster van ScanSnap Home om het scanvenster weer te geven.
Wanneer het hoofdvenster nog niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ScanSnap Home]
in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven wanneer u klikt op Launchpad in het Dock.
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
Klik op
om het venster [Profielen bewerken] weer te geven.
-
Klik op de [Optie]-knop voor [Toevoer] om het venster [Toevoeroptie] weer te geven.
Klik op de knop [Optie] voor [ADF] of [handmatige toevoer] in [Instelling toevoermodus] om het venster [Toevoeroptie] weer te geven.
-
Selecteer hetzelfde formaat als het document voor [Documentformaat].
Als u in [Documentformaat] niet hetzelfde formaat kunt vinden als het document, selecteert u [Automatische detectie] of klikt u op de knop [Aanpassen] om een willekeurig formaat op te geven.
Wanneer een ander documentformaat dan [Automatische detectie] is geselecteerd voor [Documentformaat] in de scaninstellingen, plaats het document dat tegen de linkerkant van het toevoergedeelte van de ScanSnap.
Wanneer u een ander documentformaat dan het formaat hieronder selecteert voor [Documentformaat] in de scaninstellingen, lijn het midden van het document dan uit met de centreermarkering van de ScanSnap.
Automatische detectie (maximum)
Automatische detectie (A4/Letter liggend)
Is het document tijdens het scannen scheefgetrokken?
Wanneer u de documenten laadt, past u de zijgeleiders aan de breedte van de documenten aan.
Wanneer u de documenten in de ADF-papierbaan (afdekking) plaatst, past u de zijgeleiders aan de breedte van de documenten aan.
Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kunnen de documenten scheefgetrokken worden.





Het invoeren van documenten wordt eenvoudiger met de ontvangstbewijsgeleider.
Voor details over het bevestigen van de ontvangstbewijsgeleider, raadpleeg De ontvangstbewijsgeleider bevestigen.
Wanneer u een document in de handmatige toevoer plaatst, moet u het recht laden.
Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

Hebt u het document in een scheve hoek in de ScanSnap geplaatst?
Laad het document rechtstreeks in het toevoergedeelte van de ScanSnap.
Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.


Hebt u documenten van verschillende breedten en lengten in dezelfde batch gescand?
Voer een van de volgende zaken uit:
Lijn de bovenkant van de documenten uit en laad ze in de ADF-papierbaan (afdekking) als voorste rand. Zorg ervoor dat alle documenten zich in het midden van de breedte van de grijprol bevinden.
Pas ook de zijgeleiders aan het breedste document van het pakket aan. Laad de andere documenten zodat ze recht gescand kunnen worden.
Voor details, raadpleeg Documenten met verschillende formaten in één keer scannen.
Wijzig de instelling van de toevoermodus naar [Continue scan] in onderstaande procedure. Verdeel daarna de documenten in batches met dezelfde breedte, om ze afzonderlijk te laden en daarna te scannen.
Selecteer, op het aanraakscherm van de ScanSnap, het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen op het startscherm.
Klik op het pictogram toevoermodusinstelling en wijzig de instelling in [Continue scan].
Als u de scaninstellingen op het aanraakscherm wijzigt en een document scant, zullen de scaninstellingen, na het scannen, terugkeren naar de instellingen van voor de wijzigingen. Wanneer u altijd documenten wilt scannen met dezelfde instellingen, moeten de scaninstellingen als een profiel worden opgeslagen.
Gebruik de ontvangstbewijsgeleider om een scan uit te voeren.
Voor details over het bevestigen van de ontvangstbewijsgeleider, raadpleeg De ontvangstbewijsgeleider bevestigen.
Voer een van de volgende zaken uit:
Lijn de bovenkant van de documenten uit en laad ze in de ADF-papierbaan (afdekking) als voorste rand. Zorg ervoor dat alle documenten zich in het midden van de breedte van de grijprol bevinden.
Lijn de bovenkant van de documenten uit en laad ze in de ADF-papierbaan (afdekking) als voorste rand. Zorg ervoor dat alle documenten zich in het midden van de breedte van de grijprol bevinden.
Pas ook de zijgeleiders aan het breedste document van het pakket aan. Laad de andere documenten zodat ze recht gescand kunnen worden.
Voor details, raadpleeg Documenten met verschillende formaten in één keer scannen.
Wijzig de instelling van de toevoermodus naar [Continue scan] in onderstaande procedure. Verdeel daarna de documenten in batches met dezelfde breedte, om ze afzonderlijk te laden en daarna te scannen.
-
Klik op de [Scan]-knop boven aan het hoofdvenster van ScanSnap Home om het scanvenster weer te geven.
Als het hoofdscherm nog niet wordt weergegeven, raadpleeg dan Het hoofdvenster weergeven.
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
Klik op het pictogram toevoermodusinstelling en wijzig de instelling van de toevoermodus naar [Continue scan].
-
Klik op de [Scan]-knop boven aan het hoofdvenster van ScanSnap Home om het scanvenster weer te geven.
Wanneer het hoofdvenster nog niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ScanSnap Home]
in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven wanneer u klikt op Launchpad in het Dock.
Selecteer het profiel dat u gebruikt uit de lijst met profielen.
Klik op het pictogram toevoermodusinstelling en wijzig de instelling van de toevoermodus naar [Continue scan].
Als u de scaninstellingen in het scanvenster wijzigt en een document scant, zullen de scaninstellingen, na het scannen, terugkeren naar de instellingen van voor de wijzigingen. Wanneer u altijd documenten wilt scannen met dezelfde instellingen, moeten de scaninstellingen als een profiel worden opgeslagen.
-
Hebt u kranten- en tijdschriftenknipsels of documenten met veelhoekige vormen gescand?
Om een knipsel van een tijdschrift en een krant te scannen, en een document in een veelhoekige vorm, plaatst u één vel tegelijk in een optionele (drager)folie en scant u deze.
Om een knipsel van een tijdschrift en een krant te scannen, en een document in een veelhoekige vorm, plaatst u één vel tegelijk in een dragerfolie en scant u deze.
Om een knipsel van een tijdschrift en een krant te scannen, en een document in een veelhoekige vorm, plaatst u één vel tegelijk in een optionele dragerfolie en scant u deze.
Snij de opgeslagen afbeelding bij tot een gewenst formaat na het scannen van de (drager)folie.
Snij de opgeslagen afbeelding bij tot een gewenst formaat na het scannen van de dragerfolie.
Voor details over het bijsnijden van afbeeldingen, raadpleeg Een pagina bijsnijden.
Hebt u het document tegen de linkerkant van het toevoergedeelte geplaatst?
Wanneer een ander documentformaat dan [Automatische detectie] is geselecteerd voor [Documentformaat] in de scaninstellingen, kan de gescande afbeelding er anders uitzien dan het originele document als u het document niet tegen de linkerkant van het toevoergedeelte van de ScanSnap plaatst.
Plaats het document zoals u het tegen de linkerkant van het toevoergedeelte van de ScanSnap legt en scan opnieuw.


Hebt u een dubbele scan uitgevoerd (twee documenten worden tegelijk geladen en gescand of een document wordt geladen terwijl een ander document in de ScanSnap wordt gescand)?
De lengte die kan worden gescand met dubbele scan is 863 mm, dezelfde lengte als documenten van lange pagina's (of 355,6 mm als [Uitstekend] is gespecificeerd voor de beeldkwaliteit).
Als u documenten probeert te scannen die langer zijn dan deze lengte, kan de laatste gescande afbeelding ontbreken.
Wanneer u documenten scant die langer zijn dan 863 mm (of 355,6 mm indien [Uitstekend] is gespecificeerd voor de beeldkwaliteit), scant u de documenten één voor één in plaats van dubbel scannen te gebruiken.
Gebruikte u het achtergrondvel?
Als u een document scant met het achtergrondvel, worden de randen van het document mogelijk niet juist gedetecteerd en kan de gemaakte gescande afbeelding verschillen van het document.
Gebruik het achtergrondvel.
Hebt u het document binnen het scanbare gebied geplaatst?
Plaats het document binnen het volgende scanbare gebied.

Hebt u het midden van het document uitgelijnd met de centreermarkering?
Wanneer u een ander papierformaat dan de volgende opties opgeeft in [Documentformaat] in de scaninstellingen en het midden van het document niet uitlijnt met de centreermarkering van de ScanSnap, geeft de gescande afbeelding het document mogelijk niet correct weer.
Automatische detectie (maximum)
Automatische detectie (A4/Letter liggend)
Lijn het midden van het document uit met de centreermarkering van de ScanSnap.
