De ScanSnap die u wilt gebruiken staat niet in de lijst/De ScanSnap die u wilt gebruiken kan niet worden gevonden
Wanneer de ScanSnap die u wilt gebruiken niet voorkomt op de lijst met beschikbare ScanSnap-apparaten, controleert u de volgende punten in volgorde van nummering: Als de ScanSnap die u wilt gebruiken niet voorkomt op de lijst met beschikbare ScanSnap-apparaten, raadpleegt u de Help van de ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
- 1. Controleer het netwerk
Is de ScanSnap verbonden met het draadloze toegangspunt?
Voer een diagnose uit om te controleren of de ScanSnap is verbonden met een draadloos toegangspunt en neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen, afhankelijk van de resultaten van de diagnose.
Controleer het volgende en neem passende maatregelen om het probleem op te lossen.
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
Druk op
om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
Druk op [Wi-Fi informatie] om het scherm [ScanSnap-informatie] weer te geven.
Druk op het tabblad [Wifi] op de knop [Diagnose].
- Wanneer het bericht "De verbinding met het toegangspunt is in orde." wordt weergegeven
De ScanSnap en een draadloos toegangspunt zijn verbonden. Controleer het volgende:
- Is er een apparaat met hetzelfde IP-adres in het netwerk? En zijn er veel netwerkapparaten en computers op dit netwerk aangesloten?
-
Wijzig het IP-adres als het overlapt met een ander apparaat.
Maak ook meer IP-adressen beschikbaar door ongebruikte computers en netwerkapparaten uit te schakelen.
- Is er een IP-adres ingesteld voor de ScanSnap?
-
Als de DHCP-functie is uitgeschakeld op het draadloze toegangspunt, schakelt u DHCP eerst in en laat u de ScanSnap vervolgens automatisch opnieuw een IP-adres configureren.
Of configureer handmatig een IP-adres voor de ScanSnap.
Raadpleeg Een IP-adres instellen voor de ScanSnap voor meer informatie over het instellen van een IP-adres voor de ScanSnap.
Als alle IP-adressen al worden gebruikt voor DHCP, geeft u een breder bereik op voor de te gebruiken IP-adressen.
Of maak een IP-adres beschikbaar door een ongebruikt apparaat los te koppelen van het netwerk.
- Wanneer de foutmelding wordt weergegeven
Volg de foutmelding om het probleem op te lossen.
Als het probleem zich blijft voordoen, controleert u het volgende:
- Is het draadloos toegangspunt ingeschakeld?
-
Schakel het draadloos toegangspunt in.
Controleer ook dat er geen fouten of storingen zijn op het draadloos toegangspunt.
Voor details over fouten van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
TIPWanneer u de ScanSnap iX1600 gebruikt, kunt u de ScanSnap en de computer of het mobiel apparaat verbinden via wifi in de modus Directe verbinding, zonder draadloos toegangspunt.
Wanneer u de ScanSnap iX1500 gebruikt, kunt u de ScanSnap en de computer of het mobiel apparaat verbinden via wifi in de modus Directe verbinding, zonder draadloos toegangspunt.
Wanneer u de ScanSnap iX1300 gebruikt, kunt u de ScanSnap en de computer of het mobiel apparaat verbinden via Wifi in de modus Directe verbinding, zonder draadloos toegangspunt.
Wanneer u de ScanSnap iX100 gebruikt, kunt u de ScanSnap en de computer of het mobiel apparaat verbinden via Wifi in de modus Directe verbinding, zonder draadloos toegangspunt.
Voor details, raadpleeg De verbindingsmethode wijzigen van Verbinding toegangspunt in Directe verbinding.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
- Hebt u de ScanSnap met een draadloos toegangspunt verbonden?
-
Verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt volgens de volgende procedure:
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
Druk op
om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
Controleer dat de [Wi-Fi verbindingsmodus] is ingesteld op [Verbinding toegangspunt].
Druk op [Verbinding toegangspunt].
Druk op [Verbindingsinstellingen toegangspunt] en verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
Verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt door middel van ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
- Zijn de netwerknaam (SSID), het beveiligingsprotocol (verificatiemethode), de versleutelingsmethode en de veiligheidssleutel juist geconfigureerd?
-
De instellingen voor de ScanSnap, zoals de netwerknaam (SSID), het beveiligingsprotocol (de verificatiemethode), de versleutelingsmethode en de beveiligingssleutel moeten overeenkomen met de instellingen voor het draadloze toegangspunt.
Controleer de wifi-instellingen voor de ScanSnap en configureer deze zo nodig opnieuw.
Voor details, raadpleeg De wifi-instellingen controleren.
Raadpleeg de Help van de ScanSnap Wireless Setup Tool voor meer informatie over het controleren van de wifi-instellingen.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
Als u de netwerknaam (SSID) of beveiligingssleutel van het draadloze toegangspunt niet kent, raadpleegt u de handleidingen van het draadloze toegangspunt of neemt u contact op met de fabrikant.
Als de beveiligingsprotocol voor de netwerknaam (SSID) "WPA3" is, kan de ScanSnap niet worden verbonden. Verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt met behulp van "WPA2" als de beveiligingsprotocol.
Vraag aan de fabrikant van het draadloos toegangspunt of de beveiligingsprotocol "WPA2" is.
- Bevinden de ScanSnap en het draadloze toegangspunt zich ver van elkaar? En, is er iets dat het signaal kan blokkeren (zoals muren en metalen wanden) of een elektromagnetische bron?
-
Het signaal tussen het draadloos toegangspunt en de ScanSnap is zwak of er is misschien signaalstoring.
Controleer, op het aanraakscherm van de ScanSnap, de signaalstatus met het pictogram dat boven aan het startscherm wordt weergegeven.
Pictogram
Signaalstatus
Signaalsterkte: Sterk
Signaalsterkte: Gemiddeld
Signaalsterkte: Zwak
Geen signaal
Zoeken naar een draadloos toegangspunt/Geen draadloos toegangspunt opgegeven
Controleer de signaalstatus door middel van ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
Als de signaalstatus niet goed is, zet de ScanSnap en het draadloos toegangspunt dan op andere plaatsen.
Zet de ScanSnap dichter bij het draadloos toegangspunt.
Verplaats de ScanSnap en het draadloos toegangspunt uit de buurt van volgende items:
- Obstakels die het signaal kunnen blokkeren (bijvoorbeeld muren en metalen wanden)
- Apparaten die signaalstoring kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld microgolfovens en draadloze telefoons) en draadloze apparaten
Wijzig de richting van de ScanSnap.
TIP-
Zelfs wanneer de signaalstatus goed is, kan de communicatie binnen het bereik van een bepaalde frequentie in bepaalde draadloze kanalen zwak worden, omwille van signaalstoring zoals ruis.
Wanneer u zich op een plaats bevindt waar 5 GHz Wifi beschikbaar is, selecteer dan niet [Automatisch] voor de frequentie om de ScanSnap te verbinden. Selecteer [2,4 GHz] of [5 GHz] afhankelijk van waar u de ScanSnap gebruikt.
Voor details, raadpleeg De frequentie voor het verbinden van de ScanSnap wijzigen.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt indien nodig.
Voor details, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
Ook kan de communicatie in bepaalde draadloze kanalen onstabiel worden als gevolg van signaalstoring zoals ruis.
Wijzig de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt.
Communiceren de ScanSnap en de computer via het netwerk?
Controleer of de ScanSnap en de computer via het netwerk kunnen communiceren met behulp van de PING-opdracht. U vindt meer informatie over de controlemethode op De communicatiestatus controleren met de PING-opdracht.
- Wanneer ze in staat zijn te communiceren via het netwerk
Ga naar het volgende controle-item na "Communiceren de ScanSnap en de computer via het netwerk?".
- Als ze niet in staat zijn om te communiceren via het netwerk
-
Controleer de volgende punten:
- Hebt u enige instellingen voor machtiging van communicatie ingesteld op het draadloos toegangspunt?
-
Als de instellingen op het draadloos toegangspunt zijn geconfigureerd op onderstaande manieren, volg dan de overeenkomstige instructies.
Communicatie tussen draadloze apparaten is uitgeschakeld (bijvoorbeeld omwille van een scheidingsfunctie voor privacy of een poortscheidingsfunctie)
Communicatie tussen draadloze apparaten en het draadloos toegangspunt inschakelen.
Wanneer de SSID verzending, zoals ANY-verbinding is uitgeschakeld
Schakel de SSID verzending in op het draadloos toegangspunt. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
Wanneer de functie protocolfilter is geconfigureerd
Configureer het protocol op het draadloos toegangspunt.
Wanneer de stealth-functie is geconfigureerd
Schakel de stealth-functie uit en configureer daarna de Wifi-instellingen opnieuw door middel van de WPS-functie. Configureer anders de Wifi-instellingen handmatig.
Wanneer MAC-adresfiltering is geconfigureerd
Stel het MAC-adres voor de ScanSnap in op het draadloos toegangspunt en configureer daarna opnieuw de Wifi-instellingen.
Bovendien kan het ingestelde kanaal worden gebruikt met een ander draadloos toegangspunt.
Wijzig in dit geval de waarde van het draadloze kanaal op het draadloos toegangspunt.
Voor details over de instellingen van het draadloos toegangspunt, raadpleeg de handleiding van uw draadloos toegangspunt.
- Gebruikt u een openbare draadloze LAN-dienst?
-
In een openbare draadloze LAN-omgeving kan de ScanSnap niet worden verbonden vanaf een computer of een mobiel apparaat, omdat de privacyscheidingsfunctie meestal is ingeschakeld.
Gebruik de ScanSnap in de modus Directe verbinding zonder een draadloos toegangspunt.
Voor details, raadpleeg De verbindingsmethode wijzigen van Verbinding toegangspunt in Directe verbinding.
Verbind de ScanSnap tijdelijk in de modus Directe verbinding zonder een draadloos toegangspunt, volgens de volgende procedure.
-
Sluit de ADF-papierbaan (afdekking) om de ScanSnap uit te schakelen.
TIPAls de ADF-papierbaan (afdekking) al gesloten is, opent u de ADF-papierbaan (afdekking) en sluit u hem weer om de ScanSnap uit te schakelen.
Zet, met de ScanSnap uitgeschakeld, de Wifischakelaar achteraan op de ScanSnap aan.
Terwijl u de WPS-knop ingedrukt houdt, opent de ADF-papierbaan (afdekking) om het toestel in te schakelen. Druk op dit moment gedurende meer dan drie seconden op de WPS-knop tot de wifi-indicator groen knippert.
Wanneer de wifi-verbindingsmodus is gewijzigd naar de modus Directe verbinding, knippert de wifi-indicator oranje.
Open het scherm voor het instellen van de wifi-functie op de computer en voer de ScanSnap-netwerknaam (SSID) en de beveiligingssleutel in.
De standaard ScanSnap netwerknaam (SSID) en de veiligheidssleutel bevinden zich op de onderkant van de ScanSnap.
Wanneer de ScanSnap via een directe verbinding met een computer is verbonden, brandt de wifi-indicator groen.
Verbind de ScanSnap met een ander netwerk dan een openbaar draadloos LAN-netwerk.
Wanneer u de ScanSnap per ongeluk met een openbaar draadloos LAN-netwerk verbindt, kan de ScanSnap in deze omgeving niet worden gebruikt in de modus Directe verbinding. Voer een van de volgende zaken uit:
Verwijder onnodige draadloze toegangspunten door middel van ScanSnap Wireless Setup Tool.
Schakel handmatig over naar de modus Directe verbinding.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
-
- 2. Controleer de computer
Wordt de verbinding met de ScanSnap geblokkeerd door een firewall?
Voer een van de volgende zaken uit:
Wanneer een verbinding met ScanSnap Home wordt geblokkeerd door Windows Firewall
Sta een verbinding toe met de poortnummers die worden gebruikt met ScanSnap Home in de Windows Firewall-instellingen.
Voor details, raadpleeg Verbinding toestaan met poortnummers in de firewallinstellingen.
Wanneer de netwerkverbinding voor ScanSnap Home wordt geblokkeerd door beveiligingssoftware
Controleer de firewall-instellingen van uw beveiligingssoftware.
Voor details over het configureren van de firewall-instellingen (zoals het registeren van firewall-uitzonderingen), raadpleeg de handleiding of de help-sectie van uw beveiligingssoftware.
Als een firewall is ingeschakeld, kan de verbinding met de ScanSnap worden geblokkeerd.
Controleer de firewall-instellingen.
Wordt het opgegeven ontvangende poortnummer gebruikt door een andere toepassing?
Als het opgegeven poortnummer voor ontvangst wordt gebruikt door een andere toepassing, kan ScanSnap Home de informatie dat de ScanSnap is ingeschakeld niet ontvangen.
Wijzig het poortnummer in de volgende procedure:
-
Geef het hoofdvenster van ScanSnap Home weer.
Voor details, raadpleeg Het hoofdvenster weergeven.
-
Selecteer [Instellingen] in het menu → [Voorkeuren] om het venster met voorkeuren weer te geven.
Selecteer de ScanSnap die u gebruikt uit de lijst met ScanSnap-toestellen in [Scannerinformatie] op het tabblad [Scanner].
TIPHet tabblad [Scanner] kan worden weergegeven via het menu ScanSnap Home, dat verschijnt wanneer u met de rechtermuisknop op het ScanSnap Home-pictogram in het meldingsgedeelte van de taakbalk klikt.
Voor details over ScanSnap Home-menu's, raadpleeg Pictogram (Indicator voor ScanSnap-verbindingsstatus) en menu’s.
Wijzig het poortnummer voor [Poortnummer voor opstartmelding] in [Netwerkinstellingen].
Als u het poortnummer voor de opstartmelding wijzigt, moet u ook het poortnummer voor verzending van de ScanSnap wijzigen.
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
Druk op
om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
Druk op [Poortnummer voor opstartmelding].
Wijzig het poortnummer voor [Poortnummer].
Als u het poortnummer voor de opstartmelding wijzigt, moet u ook het poortnummer voor verzending van de ScanSnap wijzigen.
Voor details over het wijzigen van het poortnummer voor verzending voor de ScanSnap, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
-
Geef het hoofdvenster van ScanSnap Home weer.
Klik op het [ScanSnap Home]-pictogram
in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven wanneer u klikt op Launchpad in het Dock.
-
Selecteer [ScanSnap Home] op de menubalk → [Voorkeuren] om het venster met voorkeuren weer te geven.
Selecteer de ScanSnap die u gebruikt uit de lijst met ScanSnap-toestellen in [Scannerinformatie] op het tabblad [Scanner].
TIPHet tabblad [Scanner] kan worden weergegeven via het menu ScanSnap Home, dat verschijnt wanneer u op het ScanSnap Home-pictogram klikt op de taakbalk.
Voor details over ScanSnap Home-menu's, raadpleeg Pictogram (Indicator voor ScanSnap-verbindingsstatus) en menu’s.
Wijzig het poortnummer voor [Poortnummer voor opstartmelding] in [Netwerkinstellingen].
Als u het poortnummer voor de opstartmelding wijzigt, moet u ook het poortnummer voor verzending van de ScanSnap wijzigen.
Druk op
in het startscherm op het aanraakscherm van de ScanSnap om het scherm [Instellingen] weer te geven.
Druk op
om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
Druk op [Poortnummer voor opstartmelding].
Wijzig het poortnummer voor [Poortnummer].
Als u het poortnummer voor de opstartmelding wijzigt, moet u ook het poortnummer voor verzending van de ScanSnap wijzigen.
Voor details over het wijzigen van het poortnummer voor verzending voor de ScanSnap, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
- 3. Controleer andere mogelijke oorzaken
Sluit de ScanSnap en de computer aan op hetzelfde netwerk of geef het IP-adres van de ScanSnap rechtstreeks op.
Als de ScanSnap die u wilt gebruiken en de computer zijn verbonden met verschillende netwerken, verschijnt de ScanSnap niet in de lijst.
Controleer of de ScanSnap en de computer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten. Als de ScanSnap op een ander netwerk is aangesloten dan de computer, sluit u deze op hetzelfde netwerk aan.
Het netwerk controleren en wijzigen waarmee de ScanSnap is verbonden
Meer informatie over het controleren van het netwerk vindt u op De wifi-instellingen controleren.
Raadpleeg De ScanSnap opnieuw verbinden met een ander draadloos toegangspunt voor meer informatie over het wijzigen van het netwerk.
Het netwerk controleren en wijzigen waarmee de computer is verbonden
Raadpleeg de handleiding van de computer.
Verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt door middel van ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details, raadpleeg de Help voor ScanSnap Wireless Setup Tool.
Voor details over het starten van ScanSnap Wireless Setup Tool, raadpleeg De wifi-instellingen configureren.
Zelfs als de ScanSnap en een computer niet op hetzelfde netwerk zijn aangesloten, kunt u ze met elkaar verbinden door het IP-adres van de ScanSnap rechtstreeks op te geven.
Voor details, raadpleeg De ScanSnap en een computer opnieuw verbinden door het IP-adres van de ScanSnap op te geven.
Voor details, raadpleeg De ScanSnap en een computer opnieuw verbinden door het IP-adres van de ScanSnap op te geven.
Zijn er beperkingen op het gebied van netwerkbeveiliging?
Neem contact op met de netwerkbeheerder.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder als IEEE 802.1X-verificatie wordt gebruikt.
Controleer het volgende bij uw netwerkbeheerder:
Of de wifi-instellingen dezelfde zijn als de instellingen op de authenticatieserver
Of de netwerkomgeving voor de verificatieserver normaal is
Of de verificatieserver en het draadloze toegangspunt correct zijn verbonden
Of het certificaat geldig is
Voorbeeld: Of het certificaat niet is ingetrokken of niet is verlopen
Of de CN (CommonName) voor het certificaat binnen 64 bytes ligt als [EAP-TLS] is geselecteerd voor de verificatiemethode.
- Controleer bij het instellen met Mac OS het volgende:
Is de computer via een LAN-kabel op het netwerk aangesloten? (Mac OS)
Wijzig de instellingen op de computer zodat de wifi-verbinding voorrang krijgt boven de kabel LAN-verbinding in de volgende procedure:
Selecteer [Systeeminstellingen] in het Apple-menu (
) om het venster systeeminstellingen weer te geven.
Selecteer [Netwerk] om het venster [Netwerk] weer te geven.
Klik op
en selecteer [Stel volgorde voorzieningen in] in het menu dat verschijnt.
Sleep in [Volgorde voorzieningen] [Wifi] en zet het neer boven [Ethernet].
Klik op de [OK]-knop.
Klik op
boven aan het venster om het venster [Netwerk] te sluiten.
Zelfs als de ScanSnap en een computer niet goed kunnen worden verbonden via wifi, kunnen ze mogelijk wel worden verbonden met de USB-kabel.
Verbind de scanner en de computer met een USB-kabel als u zich in een omgeving bevindt waar de USB-kabel gebruikt kan worden.