• HOME
  • ScanSnap Help
  • Gebruiksdoeleinden
  • Gebruikssituaties voor gebruik thuis of privé
  • Briefkaarten en wenskaarten ordenen

Briefkaarten en wenskaarten ordenen

Scan briefkaarten of wenskaarten en sla ze op als PDF-bestanden. Door kaarten te beheren volgens het jaar waarin u ze hebt ontvangen of door ze te taggen met een tagnaam, zoals nieuwjaarskaart of kerstkaart kunt u gemakkelijk zoeken naar een kaart die u nodig hebt.

Overzicht van de afbeelding

Overzicht van de afbeelding

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de wenskaarten die u tot nu toe hebt ontvangen, kunt scannen en categoriseren volgens het jaar waarin u ze hebt ontvangen.

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de wenskaarten die u tot nu toe hebt ontvangen één voor één kunt scannen en categoriseren volgens het jaar waarin u ze hebt ontvangen.
TIP
  • Wanneer u met de ScanSnap kleine documenten scant, zoals briefkaarten, kunt u twee documenten tegelijk invoegen of het volgende document invoegen terwijl het huidige document wordt gescand. Deze scanmethodes wordt dubbele scans genoemd. Voor details over dubbele scans, raadpleeg Documenten scannen door twee documenten tegelijk in te voegen of door het volgende document in te voegen terwijl het huidige document wordt gescand.

  1. Bereid documenten voor om te scannen met de ScanSnap.

    Bereid wenskaarten voor om te ordenen door ze in te delen volgens het jaar waarin u ze ontving.

  2. Open de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Houd de rechterkant van de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap vast en open deze of druk op de [Scan]-knop om het toestel in te schakelen. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen.

    Open de ADF-papierbaan (afdekking) volledig zodat de [Scan]-knop blauw gaat branden.

    Wanneer de ADF-papierbaan (afdekking) wordt geopend, zal het verlengstuk automatisch worden uitgetrokken.

    De ScanSnap inschakelen

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

  3. Open de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Houd de rechterkant van de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap vast en open deze of druk op de [Scan]-knop om het toestel in te schakelen. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen.

    De toevoerbaan openen

    De toevoerbaan openen

  4. Druk op de [Scan]-knop of de [Stop]-knop op de ScanSnap om het apparaat in te schakelen.

    Op de knop drukken

  5. Maak een profiel aan in ScanSnap Home.
    1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.

      Als het hoofdscherm nog niet wordt weergegeven, raadpleeg dan Het hoofdvenster weergeven.

      Wanneer het hoofdvenster nog niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ScanSnap Home] ScanSnap Home-pictogram in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven wanneer u klikt op Launchpad in het Dock.

       

    2. Klik op Pictogram voor toevoegen profiel om het Venster [Nieuw profiel toevoegen] weer te geven.
    3. Selecteer [Ansichtkaarten en wenskaarten] in de lijst met sjablonen.

      Standaard worden de afbeeldingen die u hebt gemaakt van het gescande document opgeslagen in de map [Ansichtkaart].

      Als u de opslaglocatie van gescande afbeeldingen wijzigt, geeft u de nieuwe opslaglocatie op in [Opslaan naar] onder [Opties beheren].

      Ga over naar andere scaninstellingen indien nodig.

      Standaard worden de afbeeldingen die u hebt gemaakt van het gescande document opgeslagen in de map [ScanSnap Home].

      Als u de opslaglocatie van gescande afbeeldingen wijzigt, geeft u de nieuwe opslaglocatie op in [Opslaan naar] onder [Opties beheren].

      Ga over naar andere scaninstellingen indien nodig.

       

    4. Klik op de knop [Toevoegen] om dit profiel toe te voegen aan de lijst in het scanvenster.
  6. Op het Startscherm op het aanraakscherm, selecteert u het profiel dat u in stap 3 hebt toegevoegd uit de lijst met profielen.
  7. Controleer of het profiel dat u in stap 3 hebt toegevoegd, is geselecteerd in de lijst met profielen in het scanvenster.
  8. Een document scannen met de ScanSnap.
    1. Plaats documenten in het scangebied van de ScanSnap.
      Meerdere documenten tegelijkertijd plaatsen
    2. Druk op de [Scan]-knop om het scannen van het document te starten.

      Wanneer u de achterkant van een ansichtkaart scant, draait u deze om en drukt u op de [Scan]-knop.

      AANDACHT
      • Bedek de witte bladen op de ScanSnap niet met uw handen of iets anders tijdens het scannen van documenten. De reproduceerbaarheid van de kleur van de gescande afbeeldingen zal beïnvloed worden.

      • Schud niet met de tafel of het bureau wanneer de ScanSnap wordt gebruikt of beweeg de documenten niet wanneer ze worden gescand. Hierdoor kan de gescande afbeelding vervormd worden of de kleur doen vervagen.

      TIP
      • De getimede modus maakt het mogelijk om documenten te scannen zonder op de [Scan]-knop te drukken. Voor details, raadpleeg Documenten scannen met getimede modus.

    3. Druk op de [Stop]-knop om het scannen van documenten te voltooien.
    4. Selecteer een methode voor het opslaan van gescande afbeeldingen in het venster [ScanSnap Home - Afbeelding scannen en bestand opslaan] van ScanSnap Home.

      Selecteer [Vlakke documentafbeeldingen bijsnijden en zonder wijzigingen opslaan] en klik daarna op de knop [Deze afbeelding opslaan].

      Selecteer [Vlak] en klik daarna op de knop [Deze afbeelding opslaan].

       

      TIP
      • Klik op de [Controleren/corrigeren]-knop in het [ScanSnap Home - Afbeelding scannen en bestand opslaan]-venster om de gescande afbeelding te corrigeren.

        Voor details, raadpleeg het volgende:

        • De richting van het document corrigeren

        • Het bijsnijdgebied van een document wijzigen

        • Noodzakelijke gescande afbeeldingen toevoegen

        • Onnodige gescande afbeeldingen verwijderen

    5. Trek het verlengstuk en de stapelaar op de ADF-papierbaan (afdekking) uit.

      Het verlengstuk uittrekken

      Het verlengstuk uittrekken

    6. Trek de stapelaar naar u toe.

      De stapelaar naar u toe trekken

    7. Trek het verlengstuk uit.

      Het verlengstuk uittrekken

    8. Laad een document in de ADF-papierbaan (afdekking).

      Laad een document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant eerst, met de achterkant naar u toe gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de laatste pagina zich bovenaan).

      Pas het aantal documenten aan, zodat ze niet voorbij Markering die het maximumaantal te laden documenten aangeeft de zijgeleiders gaan tijdens het laden.

      Documenten laden

      Documenten laden

    9. Lijn de zijgeleiders uit met beide kanten van het document.

      Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden tijdens het scannen

      De zijgeleiders aanpassen

      De zijgeleiders aanpassen

    10. Trek het verlengstuk op de ADF-papierbaan (afdekking) uit en open de stapelaar.

      De stapelaar openen

    11. Laad documenten in de ADF-papierbaan (afdekking).

      Laad het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant eerst, met de achterkant naar u toe gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de laatste pagina zich bovenaan).

      Pas het aantal documenten aan, zodat ze niet voorbij de referentiemarkeringen gaan en binnen de zijgeleiders blijven tijdens het laden.

      Een document laden

    12. Lijn de zijgeleiders uit met beide kanten van het document.

      Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden tijdens het scannen.

      De zijgeleiders aanpassen (briefkaart)

    13. Laad een document in de ADF-papierbaan (afdekking).

      Laad het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant eerst, met de achterkant naar u toe gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de laatste pagina zich bovenaan). Pas het aantal documenten aan, zodat ze niet voorbij de referentiemarkeringen gaan en binnen de zijgeleiders blijven tijdens het laden.

      Een document laden met de bovenkant eerst
    14. Lijn de zijgeleiders uit met beide kanten van het document.

      Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden tijdens het scannen.

      Beide zijgeleiders in het midden houden om ze aan te passen
    15. Plaats het document recht in de handmatige toevoer met de scanzijde naar boven. Plaats het document recht in het toevoergedeelte van de ScanSnap, met de scanzijde naar boven gericht.

      Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

      Een te scannen briefkaart invoeren

      AANDACHT
      • De documenten komen uit de achterkant van de ScanSnap tijdens het scannen.

        Laat vrije ruimte (ongeveer de lengte van het document) aan de achterkant van de ScanSnap.

      TIP
      • U kunt een document scannen met de ADF-papierbaan (afdekking) gesloten.

      Een te scannen briefkaart invoeren

      Een te scannen briefkaart invoeren

      AANDACHT
      • Als u een briefkaart scant met de uitvoerbaan open, kan een papierstoring optreden en de briefkaart beschadigen. Scan een briefkaart met de uitvoerbaan van de ScanSnap gesloten.

        De uitvoerbaan sluiten
        De uitvoerbaan sluiten
    16. Druk op de [Scan]-knop. Druk op de [Scan]-knop.
    17. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van het document te starten. Druk op de [Scan]-knop om het scannen van het document te starten.

      Om door te gaan met scannen, plaatst u het volgende te scannen document. Het scannen begint automatisch wanneer het document geplaatst is.

    18. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van documenten te voltooien. Druk op de [Scan]-knop om het scannen van documenten te voltooien.
  9. Tag in het hoofdvenster van ScanSnap Home een inhoudgegevensrecord die is gemaakt van de briefkaart die u hebt gescand om deze te categoriseren.
    1. Selecteer de inhoudgegevensrecords die zijn aangemaakt van de briefkaarten die u hebt gescand in lijstweergave inhoudgegevensrecord.
    2. Klik op Een label toevoegen voor [Label] in de Weergave inhoudgegevensrecord.
    3. Voer een classificatienaam in het invoerveld in.

      Voer bijvoorbeeld Wenskaarten 20XX in voor de wenskaarten die u in 20XX hebt ontvangen en druk op de [Enter]-toets.

      Voer bijvoorbeeld Wenskaarten 20XX in voor de wenskaarten die u in 20XX hebt ontvangen en druk op de [Return]-toets.

       

Een inhoudgegevensrecord die is gemaakt van de briefkaart die u hebt gescand, wordt getagd met een naam zoals Wenskaarten 20XX.

Wanneer Wenskaarten 20XX is geselecteerd voor [Label] in de mappenlijstweergave in het hoofdvenster van ScanSnap Home, wordt de getagde inhoudgegevensrecord die is gemaakt van de briefkaart die u hebt gescand, weergegeven in de lijstweergave inhoudgegevensrecord.

Zie ook

  • Voeding voor de ScanSnap
  • De instellingen voor een profiel wijzigen
  • De titel van een inhoudgegevensrecord wijzigen
  • Mapnaam wijzigen
  • Tags toevoegen/wijzigen/verwijderen voor het categoriseren van inhoudgegevensrecords
  • Voor u deze site gebruikt
  • Hoe deze site gebruiken
  • Klantenondersteuning
  • Cookie Policy

© PFU Limited 2018-2024

  • TOP