• HOME
  • ScanSnap Help
  • Documenten scannen
  • Koppelen met een clouddienst
  • Een gescande afbeelding opslaan in een clouddienst door middel van ScanSnap Cloud

Een gescande afbeelding opslaan in een clouddienst door middel van ScanSnap Cloud

Sla een afbeelding die is gemaakt van het document dat u hebt gescand op in een clouddienst met ScanSnap Cloud.

Bekijk hier in welke regio's ScanSnap Cloud gebruikt kan worden.

TIP
  • Om een afbeelding dat u hebt gemaakt door een document te scannen met de ScanSnap op te slaan naar een clouddienst, zijn er twee methodes beschikbaar.

    Voor details, raadpleeg Verschillen in de methoden voor het tot stand brengen van een verbinding met een clouddienst.

  • Een profiel dat ScanSnap Cloud gebruikt om een gescande afbeelding op te slaan in een clouddienst, wordt mogelijk niet weergegeven in de lijst met profielen op het aanraakscherm, afhankelijk van het feit of de instelling werd geselecteerd voor de methode voor het weergeven van profielen.

    Voor details, raadpleeg Gebruikers wijzigen om de eigen profielen van de gebruiker weer te geven.

  1. Open de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Houd de rechterkant van de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap vast en open deze of druk op de [Scan]-knop om het toestel in te schakelen. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Druk op de [Scan]-knop of de [Stop]-knop op de ScanSnap om het apparaat in te schakelen.
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

    Open de ADF-papierbaan (afdekking) volledig zodat de [Scan]-knop blauw gaat branden.

    Wanneer de ADF-papierbaan (afdekking) wordt geopend, zal het verlengstuk automatisch worden uitgetrokken.

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De toevoerbaan openen
    De toevoerbaan openen
    Inschakelen
  2. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen.
    De toevoerbaan openen
    TIP
    • Wanneer u wilt dat het document aan de voorzijde uit de ScanSnap komt of wanneer er niet genoeg ruimte is op de plaats waar het document uit de ScanSnap komt, opent u de uitvoerbaan.

      De uitvoerbaan openen
    • Hoe het document uit het toestel komt, verschilt afhankelijk van het feit of de uitvoerbaan open of dicht staat.

      • Wanneer de uitvoerbaan dicht is

        Wanneer de uitvoerbaan dicht is
      • Wanneer de uitvoerbaan open is

        Wanneer de uitvoerbaan open is
  3. Trek de stapelaar naar u toe.
    De stapelaar naar u toe trekken
  4. Trek het verlengstuk en de stapelaar op de ADF-papierbaan (afdekking) uit. Trek het verlengstuk op de ADF-papierbaan (afdekking) uit en open de stapelaar. Trek het verlengstuk uit.
    Het verlengstuk uittrekken
    Het verlengstuk uittrekken
    Het verlengstuk uittrekken en de stapelaar openen
    Het verlengstuk uittrekken
  5. Verbind ScanSnap met een draadloos toegangspunt.

    Ga verder naar de volgende stap wanneer ScanSnap is verbonden met een draadloos toegangspunt.

    1. Druk op het aanraakscherm van de ScanSnap op Instellingen in het startscherm.
    2. Druk op Wifi-instellingen om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
    3. Controleer dat de [Wi-Fi verbindingsmodus] is ingesteld op [Verbinding toegangspunt].
    4. Druk op [Verbinding toegangspunt].
    5. Druk op [Verbindingsinstellingen toegangspunt] en verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
    6. Druk na het maken van verbinding met het draadloos toegangspunt op Start om het startscherm weer te geven.
  6. Geef de Hoofdvenster van ScanSnap Home weer.

    Voor details, raadpleeg Het hoofdvenster weergeven.

  7. Selecteer [Instellingen] in het menu → [Voorkeuren] om het venster met voorkeuren weer te geven.
  8. Verbind ScanSnap met een draadloos toegangspunt.

    Ga verder naar de volgende stap wanneer ScanSnap is verbonden met een draadloos toegangspunt.

    1. Selecteer het tabblad [Scanner].
    2. Klik op de knop [Draadloze instelling] in [Scannerinformatie] om de ScanSnap Wireless Setup Tool te starten.

      Raadpleeg de Help van de ScanSnap Wireless Setup Tool en sluit de ScanSnap aan op een draadloos toegangspunt.

  9. Aanmelden bij de ScanSnap Cloud-dienst met een ScanSnap account.

    Als u reeds hebt aangemeld bij de ScanSnap Cloud-dienst met een ScanSnap-account, gaat u verder met de volgende stap.

    1. Selecteer het tabblad [Account].
    2. Meld aan door een e-mailadres en wachtwoord van een ScanSnap-account in te voeren in de velden onder [ScanSnap-account].

      U kunt een ScanSnap-account op de pagina voor registratie van een ScanSnap-account registreren die wordt weergegeven wanneer u op [Als een account niet geregistreerd is, hier klikken] klikt.

    3. Controleer in [ScanSnap Cloud] of het selectievakje [Gebruik ScanSnap Cloud] is ingeschakeld.
  10. Klik op de [OK]-knop om het venster met voorkeuren te sluiten.
  11. Configureer een profiel dat aan een clouddienst gekoppeld moet worden.

    Om documenten te scannen met de ScanSnap, moet u de instellingen opslaan (zoals de instelling voor het documenttype, de scaninstellingen en de instellingen voor het aanmaken van een koppelen met een clouddienst na een scan) als een profiel. Door een opgeslagen profiel om documenten te scannen te selecteren, worden gescande afbeeldingen uitgevoerd overeenkomstig de instellingen in het profiel.

    Wanneer u een koppeling met een clouddienst tot stand brengt, variëren de methoden voor het aanmaken van een profiel, afhankelijk van uw behoeften.

    • Wanneer u alle documenten in één keer wilt scannen zonder na te hoeven denken over welk type document u elke keer moet selecteren

      Maak een profiel aan dat wordt gebruikt voor het automatisch detecteren van een type van afbeelding (Documenten, Visitekaartjes, Kwitanties of Foto's) dat is gemaakt van een document dat u hebt gescand en voor het sorteren en opslaan van de gescande afbeeldingen naar een clouddienst die u voor elk documenttype hebt opgegeven.

      Wijzig de instellingen in het profiel [Scan to Cloud] dat beschikbaar is als standaardprofiel om een profiel te maken. De scaninstellingen kunnen voor elk documenttype worden opgegeven.

      Er kan slechts één profiel per ScanSnap-account worden aangemaakt door middel van het [Scan to Cloud]-profiel.

      1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.

      2. Klik op Profielen bewerken om het Het venster [Profielen bewerken] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.

      3. Selecteer [Scan to Cloud] in de lijst met profielen.

      4. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

        Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Scaninstellingen], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

        Merk op dat er automatisch een profielnaam wordt aangemaakt als u een clouddienst opgeeft voor [Clouddienst].

      5. Wijzing andere instellingen, indien nodig.

      6. Klik op de knop [Opslaan].

    • Wanneer u een aangemaakt profiel wilt gebruiken afhankelijk van het type van een document

      Maak een profiel dat wordt gebruikt om een afbeelding (gemaakt van een document dat u hebt gescand) op te slaan in een clouddienst die is ingesteld voor een van de vier documenttypen (Documenten, Visitekaartjes, Kwitanties of Foto's).

      Gebruik een sjabloonprofiel om een nieuw profiel aan te maken.

      1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.

      2. Klik op Voeg profielen toe om het Het venster [Nieuw profiel toevoegen] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.

      3. Selecteer een ander sjabloonprofiel dan [Scan to Cloud] in [Clouddiensten (via ScanSnap Cloud-server)] in de lijst met sjablonen.

      4. Selecteer een documenttype in [Detectie documenttype].

      5. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

        Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Opties beheren], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

        Als u een documenttype opgeeft voor [Detectie documenttype] en een clouddienst voor [Clouddienst], wordt automatisch een profielnaam gegenereerd.

      6. Wijzing andere instellingen, indien nodig.

      7. Klik op de knop [Toevoegen].

  12. Configureer een profiel dat aan een clouddienst gekoppeld moet worden.

    Om documenten te scannen met de ScanSnap, moet u de instellingen opslaan (zoals de instelling voor het documenttype, de scaninstellingen en de instellingen voor het aanmaken van een koppelen met een clouddienst na een scan) als een profiel. Door een opgeslagen profiel om documenten te scannen te selecteren, worden gescande afbeeldingen uitgevoerd overeenkomstig de instellingen in het profiel.

    Om een koppeling met een cloudserver tot stand te brengen via ScanSnap Cloud, wijzigt u de instellingen in het profiel [Scan to Cloud] dat beschikbaar is als standaardprofiel om een profiel te maken. U kunt de scaninstellingen voor elk documenttype configureren om een documenttype automatisch te detecteren.

    Er kan slechts één profiel per ScanSnap-account worden aangemaakt door middel van het [Scan to Cloud]-profiel.

    1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.
    2. Klik op Profielen bewerken om het Het venster [Profielen bewerken] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.
    3. Selecteer [Scan to Cloud] in de lijst met profielen.
    4. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

      Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Scaninstellingen], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

      Merk op dat er automatisch een profielnaam wordt aangemaakt als u een clouddienst opgeeft voor [Clouddienst].

    5. Wijzing andere instellingen, indien nodig.
    6. Klik op de knop [Opslaan].
  13. Scan een document.
    1. Op het startscherm op het aanraakscherm, selecteert u het profiel dat u hebt geconfigureerd in de lijst met profielen. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan]-knop op de ScanSnap paars oplicht. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan]-knop op de ScanSnap paars oplicht. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan/Stop]-knop op de ScanSnap paars oplicht.
    2. Laad het document in de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap. Laad de documenten in de ADF-papierbaan (afdekking) of plaats het document in de handmatige toevoer. Plaats het document recht in het toevoergedeelte van de ScanSnap, met de scanzijde naar boven gericht.

      Laad het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant eerst, met de achterkant naar u toe gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de laatste pagina zich bovenaan). Pas het aantal documenten aan, zodat ze niet voorbij Markering die het maximumaantal te laden documenten aangeeft de zijgeleiders gaan tijdens het laden.

      Een document laden
      Een document laden

      Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

      Een document invoegen
      TIP
      • De ScanSnap kan documenten van verschillende afmetingen scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het invoegen van een document, raadpleeg Hoe documenten scannen.

      • Bij het scannen van alle documenten tegelijkertijd (U-bochtscan)

        Laad de documenten in de ADF-papierbaan (afdekking) en lijn de zijgeleiders uit met beiden randen van de documenten.

        Laad het document met de bedrukte zijde naar boven en met de bovenkant eerst, met de bovenkant naar u gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de eerste pagina zich bovenaan).

        De documenten laden

        Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden.

        De zijgeleiders aanpassen
        AANDACHT
        • Zorg ervoor dat de documentsteunlip open is.

          Anders kan het papier blokkeren.

          Wanneer de documentsteunlip dicht is, trek het dan omhoog met uw vingers.

          De documentsteunlip omhoog trekken
        • Als de documentsteunlip loslaat, neem dan contact op met de distributeur/handelaar waar u dit product hebt gekocht.

      • Tijdens het één voor één scannen van documenten (Retourscan)

        Plaats een document in de handmatige toevoer.

        Leg de voorzijde van een document (scanzijde) naar boven en plaats de bovenkant van het document recht in het midden van de handmatige toevoer.

        Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

        Een document invoegen
        AANDACHT
        • De documenten komen uit de achterkant van de ScanSnap tijdens het scannen.

          Laat vrije ruimte (ongeveer de lengte van het document) aan de achterkant van de ScanSnap.

        TIP
        • U kunt een document scannen met de ADF-papierbaan (afdekking) gesloten.

    3. Lijn de zijgeleiders uit met beide kanten van het document.

      Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden.

      De zijgeleiders aanpassen
      De zijgeleiders aanpassen
    4. Druk op de [Scan]-knop op het startscherm op het aanraakscherm om het document te scannen. Druk op de [Scan]-knop om het document te scannen. Druk op de [Scan]-knop om het document te scannen. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van het document te starten.

      Om door te gaan met scannen met Return Scan, plaatst u het volgende te scannen document in de handmatige invoer. Het scannen begint automatisch wanneer het document geplaatst is.

      Om door te gaan met scannen, plaatst u het volgende te scannen document. Het scannen begint automatisch wanneer het document geplaatst is.

    5. Om het scannen met Return Scan te voltooien, druk op de [Scan]-knop.
    6. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van documenten te voltooien.

Een afbeelding van het document dat u hebt gescand, wordt opgeslagen in een clouddienst via de ScanSnap Cloud-server.

U kunt de afbeelding die is opgeslagen op de ScanSnap Cloud-server controleren door op Cloud te klikken op de werkbalk in het hoofdvenster van ScanSnap Home. De afbeelding die op de ScanSnap Cloud-server is opgeslagen, wordt twee weken bewaard.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door het profiel te selecteren op het aanraakscherm, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan/Stop]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Bovendien kunt u in het menu dat wordt weergegeven wanneer u op ScanSnap Home-pictogram klikt in het meldingsgebied op de taakbalk, de bestemming wijzigen waarmee de ScanSnap is verbonden van de ScanSnap Cloud-server naar een computer.

Voor details, raadpleeg Pictogram (Indicator voor ScanSnap-verbindingsstatus) en menu’s.

TIP
  • U kunt een melding op uw computer ontvangen over de overdrachtsstatus of fouten voor de gescande afbeeldingen, nadat het scannen van documenten is voltooid.

    Voor details, raadpleeg Acties specificeren bij gebruik van ScanSnap Cloud.

  1. Open de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Houd de rechterkant van de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap vast en open deze of druk op de [Scan]-knop om het toestel in te schakelen. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen. Druk op de [Scan]-knop of de [Stop]-knop op de ScanSnap om het apparaat in te schakelen.
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen

    Open de ADF-papierbaan (afdekking) volledig zodat de [Scan]-knop blauw gaat branden.

    Wanneer de ADF-papierbaan (afdekking) wordt geopend, zal het verlengstuk automatisch worden uitgetrokken.

    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De ADF-papierbaan (afdekking) openen
    De toevoerbaan openen
    De toevoerbaan openen
    Inschakelen
  2. Open de toevoerbaan van de ScanSnap om het toestel in te schakelen.
    De toevoerbaan openen
    TIP
    • Wanneer u wilt dat het document aan de voorzijde uit de ScanSnap komt of wanneer er niet genoeg ruimte is op de plaats waar het document uit de ScanSnap komt, opent u de uitvoerbaan.

      De uitvoerbaan openen
    • Hoe het document uit het toestel komt, verschilt afhankelijk van het feit of de uitvoerbaan open of dicht staat.

      • Wanneer de uitvoerbaan dicht is

        Wanneer de uitvoerbaan dicht is
      • Wanneer de uitvoerbaan open is

        Wanneer de uitvoerbaan open is
  3. Trek de stapelaar naar u toe.
    De stapelaar naar u toe trekken
  4. Trek het verlengstuk en de stapelaar op de ADF-papierbaan (afdekking) uit. Trek het verlengstuk op de ADF-papierbaan (afdekking) uit en open de stapelaar. Trek het verlengstuk uit.
    Het verlengstuk uittrekken
    Het verlengstuk uittrekken
    Het verlengstuk uittrekken en de stapelaar openen
    Het verlengstuk uittrekken
  5. Verbind ScanSnap met een draadloos toegangspunt.

    Ga verder naar de volgende stap wanneer ScanSnap is verbonden met een draadloos toegangspunt.

    1. Druk op het aanraakscherm van de ScanSnap op Instellingen in het startscherm.
    2. Druk op Wifi-instellingen om het scherm [Wi-Fi instellingen] weer te geven.
    3. Controleer dat de [Wi-Fi verbindingsmodus] is ingesteld op [Verbinding toegangspunt].
    4. Druk op [Verbinding toegangspunt].
    5. Druk op [Verbindingsinstellingen toegangspunt] en verbind de ScanSnap met een draadloos toegangspunt door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
    6. Druk na het maken van verbinding met het draadloos toegangspunt op Start om het startscherm weer te geven.
  6. Geef de Hoofdvenster van ScanSnap Home weer.

    Klik op het [ScanSnap Home]-pictogram ScanSnap Home-pictogram in de lijst met toepassingen die wordt weergegeven wanneer u klikt op Launchpad in het Dock.

  7. Selecteer [ScanSnap Home] op de menubalk → [Voorkeuren] om het venster met voorkeuren weer te geven.
  8. Verbind ScanSnap met een draadloos toegangspunt.

    Ga verder naar de volgende stap wanneer ScanSnap is verbonden met een draadloos toegangspunt.

    1. Selecteer het tabblad [Scanner].
    2. Klik op de knop [Draadloze instelling] in [Scannerinformatie] om de ScanSnap Wireless Setup Tool te starten.

      Raadpleeg de Help van de ScanSnap Wireless Setup Tool en sluit de ScanSnap aan op een draadloos toegangspunt.

  9. Aanmelden bij de ScanSnap Cloud-dienst met een ScanSnap account.

    Als u reeds hebt aangemeld bij de ScanSnap Cloud-dienst met een ScanSnap-account, gaat u verder met de volgende stap.

    1. Selecteer het tabblad [Account].
    2. Meld aan door een e-mailadres en wachtwoord van een ScanSnap-account in te voeren in de velden onder [ScanSnap-account].

      U kunt een ScanSnap-account op de pagina voor registratie van een ScanSnap-account registreren die wordt weergegeven wanneer u op [Als een account niet geregistreerd is, hier klikken] klikt.

    3. Controleer in [ScanSnap Cloud] of het selectievakje [Gebruik ScanSnap Cloud] is ingeschakeld.
  10. Klik op de [OK]-knop om het venster met voorkeuren te sluiten.
  11. Configureer een profiel dat aan een clouddienst gekoppeld moet worden.

    Om documenten te scannen met de ScanSnap, moet u de instellingen opslaan (zoals de instelling voor het documenttype, de scaninstellingen en de instellingen voor het aanmaken van een koppelen met een clouddienst na een scan) als een profiel. Door een opgeslagen profiel om documenten te scannen te selecteren, worden gescande afbeeldingen uitgevoerd overeenkomstig de instellingen in het profiel.

    Wanneer u een koppeling met een clouddienst tot stand brengt, variëren de methoden voor het aanmaken van een profiel, afhankelijk van uw behoeften.

    • Wanneer u alle documenten in één keer wilt scannen zonder na te hoeven denken over welk type document u elke keer moet selecteren

      Maak een profiel aan dat wordt gebruikt voor het automatisch detecteren van een type van afbeelding (Documenten, Visitekaartjes, Kwitanties of Foto's) dat is gemaakt van een document dat u hebt gescand en voor het sorteren en opslaan van de gescande afbeeldingen naar een clouddienst die u voor elk documenttype hebt opgegeven.

      Wijzig de instellingen in het profiel [Scan to Cloud] dat beschikbaar is als standaardprofiel om een profiel te maken. De scaninstellingen kunnen voor elk documenttype worden opgegeven.

      Er kan slechts één profiel per ScanSnap-account worden aangemaakt door middel van het [Scan to Cloud]-profiel.

      1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.

      2. Klik op Profielen bewerken om het Het venster [Profielen bewerken] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.

      3. Selecteer [Scan to Cloud] in de lijst met profielen.

      4. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

        Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Scaninstellingen], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

        Merk op dat er automatisch een profielnaam wordt aangemaakt als u een clouddienst opgeeft voor [Clouddienst].

      5. Wijzing andere instellingen, indien nodig.

      6. Klik op de knop [Opslaan].

    • Wanneer u een aangemaakt profiel wilt gebruiken afhankelijk van het type van een document

      Maak een profiel dat wordt gebruikt om een afbeelding (gemaakt van een document dat u hebt gescand) op te slaan in een clouddienst die is ingesteld voor een van de vier documenttypen (Documenten, Visitekaartjes, Kwitanties of Foto's).

      Gebruik een sjabloonprofiel om een nieuw profiel aan te maken.

      1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.

      2. Klik op Voeg profielen toe om het Het venster [Nieuw profiel toevoegen] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.

      3. Selecteer een ander sjabloonprofiel dan [Scan to Cloud] in [Clouddiensten (via ScanSnap Cloud-server)] in de lijst met sjablonen.

      4. Selecteer een documenttype in [Detectie documenttype].

      5. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

        Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Opties beheren], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

        Als u een documenttype opgeeft voor [Detectie documenttype] en een clouddienst voor [Clouddienst], wordt automatisch een profielnaam gegenereerd.

      6. Wijzing andere instellingen, indien nodig.

      7. Klik op de knop [Toevoegen].

  12. Configureer een profiel dat aan een clouddienst gekoppeld moet worden.

    Om documenten te scannen met de ScanSnap, moet u de instellingen opslaan (zoals de instelling voor het documenttype, de scaninstellingen en de instellingen voor het aanmaken van een koppelen met een clouddienst na een scan) als een profiel. Door een opgeslagen profiel om documenten te scannen te selecteren, worden gescande afbeeldingen uitgevoerd overeenkomstig de instellingen in het profiel.

    Om een koppeling met een cloudserver tot stand te brengen via ScanSnap Cloud, wijzigt u de instellingen in het profiel [Scan to Cloud] dat beschikbaar is als standaardprofiel om een profiel te maken. U kunt de scaninstellingen voor elk documenttype configureren om een documenttype automatisch te detecteren.

    Er kan slechts één profiel per ScanSnap-account worden aangemaakt door middel van het [Scan to Cloud]-profiel.

    1. Klik op de [Scan]-knop boven aan de Hoofdvenster van ScanSnap Home om de Scanvenster weer te geven.
    2. Klik op Profielen bewerken om het Het venster [Profielen bewerken] (bij gebruik van ScanSnap Cloud) weer te geven.
    3. Selecteer [Scan to Cloud] in de lijst met profielen.
    4. Geef een clouddienst op waar een gescande afbeelding opgeslagen moet worden.

      Selecteer, in de lijst die wordt weergeven wanneer u op de knop [Selecteren] klikt voor [Clouddienst] in [Scaninstellingen], een clouddienst om op te geven als opslaglocatie.

      Merk op dat er automatisch een profielnaam wordt aangemaakt als u een clouddienst opgeeft voor [Clouddienst].

    5. Wijzing andere instellingen, indien nodig.
    6. Klik op de knop [Opslaan].
  13. Scan een document.
    1. Op het startscherm op het aanraakscherm, selecteert u het profiel dat u hebt geconfigureerd in de lijst met profielen. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan]-knop op de ScanSnap paars oplicht. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan]-knop op de ScanSnap paars oplicht. Klik op Cloud in het scanvenster en controleer of de [Scan/Stop]-knop op de ScanSnap paars oplicht.
    2. Laad het document in de ADF-papierbaan (afdekking) van de ScanSnap. Laad de documenten in de ADF-papierbaan (afdekking) of plaats het document in de handmatige toevoer. Plaats het document recht in het toevoergedeelte van de ScanSnap, met de scanzijde naar boven gericht.

      Laad het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenkant eerst, met de achterkant naar u toe gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de laatste pagina zich bovenaan). Pas het aantal documenten aan, zodat ze niet voorbij Markering die het maximumaantal te laden documenten aangeeft de zijgeleiders gaan tijdens het laden.

      Een document laden
      Een document laden

      Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

      Een document invoegen
      TIP
      • De ScanSnap kan documenten van verschillende afmetingen scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het laden van documenten, raadpleeg Hoe documenten scannen.

        Voor details over het invoegen van een document, raadpleeg Hoe documenten scannen.

      • Bij het scannen van alle documenten tegelijkertijd (U-bochtscan)

        Laad de documenten in de ADF-papierbaan (afdekking) en lijn de zijgeleiders uit met beiden randen van de documenten.

        Laad het document met de bedrukte zijde naar boven en met de bovenkant eerst, met de bovenkant naar u gericht (bij het laden van meerdere documenten, bevindt de eerste pagina zich bovenaan).

        De documenten laden

        Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden.

        De zijgeleiders aanpassen
        AANDACHT
        • Zorg ervoor dat de documentsteunlip open is.

          Anders kan het papier blokkeren.

          Wanneer de documentsteunlip dicht is, trek het dan omhoog met uw vingers.

          De documentsteunlip omhoog trekken
        • Als de documentsteunlip loslaat, neem dan contact op met de distributeur/handelaar waar u dit product hebt gekocht.

      • Tijdens het één voor één scannen van documenten (Retourscan)

        Plaats een document in de handmatige toevoer.

        Leg de voorzijde van een document (scanzijde) naar boven en plaats de bovenkant van het document recht in het midden van de handmatige toevoer.

        Zorg ervoor dat het document in de ScanSnap wordt gevoed en dat het stevig vastgehouden wordt.

        Een document invoegen
        AANDACHT
        • De documenten komen uit de achterkant van de ScanSnap tijdens het scannen.

          Laat vrije ruimte (ongeveer de lengte van het document) aan de achterkant van de ScanSnap.

        TIP
        • U kunt een document scannen met de ADF-papierbaan (afdekking) gesloten.

    3. Lijn de zijgeleiders uit met beide kanten van het document.

      Houd beide zijgeleiders in het midden om ze aan te passen. Anders kan het document scheefgetrokken worden.

      De zijgeleiders aanpassen
      De zijgeleiders aanpassen
    4. Druk op de [Scan]-knop op het startscherm op het aanraakscherm om het document te scannen. Druk op de [Scan]-knop om het document te scannen. Druk op de [Scan]-knop om het document te scannen. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van het document te starten.

      Om door te gaan met scannen met Return Scan, plaatst u het volgende te scannen document in de handmatige invoer. Het scannen begint automatisch wanneer het document geplaatst is.

      Om door te gaan met scannen, plaatst u het volgende te scannen document. Het scannen begint automatisch wanneer het document geplaatst is.

    5. Om het scannen met Return Scan te voltooien, druk op de [Scan]-knop.
    6. Druk op de [Scan/Stop]-knop om het scannen van documenten te voltooien.

Een afbeelding van het document dat u hebt gescand, wordt opgeslagen in een clouddienst via de ScanSnap Cloud-server.

U kunt de afbeelding die is opgeslagen op de ScanSnap Cloud-server controleren door op Cloud te klikken op de werkbalk in het hoofdvenster van ScanSnap Home. De afbeelding die op de ScanSnap Cloud-server is opgeslagen, wordt twee weken bewaard.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door het profiel te selecteren op het aanraakscherm, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Wanneer de instellingen in een profiel al geconfigureerd zijn, kunt u een afbeelding van een document dat u hebt gescand in een clouddienst opslaan door op de [Scan/Stop]-knop op de ScanSnap te drukken, zonder een computer te moeten opstarten.

Bovendien kunt u in het menu dat wanneer u op ScanSnap Home-pictogram klikt op de menubalk wordt weergegeven, de bestemming wijzigen waarmee de ScanSnap is verbonden van de ScanSnap Cloud-server naar een computer.

Voor details, raadpleeg Pictogram (Indicator voor ScanSnap-verbindingsstatus) en menu’s.

TIP
  • U kunt een melding op uw computer ontvangen over de overdrachtsstatus of fouten voor de gescande afbeeldingen, nadat het scannen van documenten is voltooid.

    Voor details, raadpleeg Acties specificeren bij gebruik van ScanSnap Cloud.

Zie ook

  • Voeding voor de ScanSnap
  • Aanmelden bij de ScanSnap Cloud-dienst met een ScanSnap-account
  • Documenten die kunnen worden gescand met de ScanSnap
  • De status van de ScanSnap bij gebruik van ScanSnap Cloud
  • De instellingen voor een profiel wijzigen (bij het gebruiken van ScanSnap Cloud)
  • Een profiel verwijderen
  • De ScanSnap is niet verbonden met het netwerk (bij gebruik van ScanSnap Cloud)
  • Voor u deze site gebruikt
  • Hoe deze site gebruiken
  • Klantenondersteuning
  • Cookie Policy

© PFU Limited 2018-2024

  • TOP